Nederlands-Vlaamse partners herwerken UNESCO-dossier voor de Koloniën
ICOMOS, het internationale adviesorgaan van het Werelderfgoedcomité dat beslist over UNESCO-Werelderfgoedstatus, heeft zich in haar recente adviesrapport positief uitgesproken over de werelderfgoedwaardigheid van de Koloniën van Weldadigheid. De grootste troef van de Koloniën is de unieke vorm van landschapsinrichting, ontstaan door armoedebestrijding via werk in de landbouw. Dit advies legt de basis voor een aangespast nominatiedossier. Het noopt de indieners van de erkenningsaanvraag ook tot het maken van belangrijke keuzes.
Op een internationale UNESCO-conferentie in de zomer van 2018 in Bahrein kreeg het dossier van de Koloniën van Weldadigheid van het Werelderfgoedcomité een herkansing: geen afwijzing, maar een aanbeveling om de aanvraag te herwerken en het dossier daarna opnieuw in te dienen. Op verzoek van het Werelderfgoedcomité zelf werd vervolgens een samenwerking met ICOMOS opgestart om een nieuw, sterker dossier voor te bereiden.
Net voor de zomer van 2019 ontving de Stuurgroep van de Koloniën van Weldadigheid van ICOMOS een uitgebreid adviesrapport. ICOMOS onderstreept daarin dat de Koloniën zeker werelderfgoedwaardig zijn omwille van de unieke vorm van landschapsinrichting door armoedebestrijding via werk in de landbouw en omwille van de invloed die de Koloniën hebben gehad op de inrichtingszorg in Europa.
Een aantal cruciale punten van kritiek uit het eerdere nominatiedossier zijn weggewerkt. In de zomer van 2018 adviseerde hetzelfde ICOMOS het Werelderfgoedcomité nog om de Koloniën nog niet tot werelderfgoed uit te roepen omdat het alleen de vrije Koloniën (*) in Nederland en het landschap uit de beginjaren van de Koloniën als mogelijk wereldwijd uniek beschouwde. Na een grondiger onderzoek, de uitwisseling van wetenschappelijke informatie en een bezoek ter plaatse is ICOMOS overtuigd: zowel de vrije als de onvrije Koloniën waren in de 19de eeuw onderdeel van één systeem van binnenlandse armoedebestrijding, gebaseerd op internationaal leidende ideeën.
Wel blijft ICOMOS kritisch wanneer het gaat om de gaafheid (authenticiteit en integriteit) van het landschap. Om als onderdeel van een werelderfgoed erkend te worden moet het gebied aan de UNESCO-voorwaarden voldoen. Voor de Koloniën wil dat zeggen dat het oorspronkelijke Kolonielandschap en het functioneren als landbouwkolonie nog duidelijk zichtbaar moeten zijn en dat de bebouwing die later werd toegevoegd, dit verhaal moet versterken.
Op basis van dit criterium oordeelt ICOMOS dat slechts vier Koloniën - al dan niet gedeeltelijk - in aanmerking komen om erkend te worden als Werelderfgoed: Frederiksoord, Wilhelminaoord/Vierdeparten en Veenhuizen in Nederland en Wortel in Vlaanderen. De voormalige Koloniën van Weldadigheid van Willemsoord en Ommerschans in Nederland en Merksplas-Kolonie in Vlaanderen meent ICOMOS momenteel niet gaaf genoeg om als Werelderfgoed voor te dragen in het herziene nominatiedossier. ICOMOS laat echter een opening voor Merksplas om later nog aan te sluiten, wanneer het omvangrijke restauratieprogramma van het gevangeniscomplex is afgerond.
Het advies om drie van de zeven Koloniën buiten de nomatie te laten is teleurstellend voor allen, zeker voor de drie kandidaten die al vanaf het begin bij het nominatieproces betrokken zijn en voor hun Kolonie een negatief advies hebben gekregen.
Frank Wilrycx, burgemeester van Merksplas: "Het is natuurlijk teleurstellend dat Merksplas-Kolonie niet weerhouden wordt in het ICOMOS-advies. Er wordt immers hard gewerkt aan het behoud en de gaafheid van de Kolonie en ook de bescherming van het domein door de Vlaamse overheid toont het waardevolle karakter van Merksplas-Kolonie aan. De uitstekende grensoverschrijdende samenwerking, de mogelijke erkenning van de vier andere Koloniën en de opening die ICOMOS laat voor een latere erkenning zijn voor de gemeente belangrijke elementen om onze steun toe te zeggen aan het herwerkte dossier."
De Stuurgroep van de Koloniën van Weldadigheid heeft het adviesrapport uitvoerig besproken en gezamenlijk geconcludeerd dat het volgen van het ICOMOS-advies de meeste kans biedt om de gegeerde status van UNESCO-Werelderfgoed te bereiken. In januari 2020 zal daarom een aangepast nominatiedossier worden ingediend, gebaseerd op het ICOMOS-rapport.
Marc Van Aperen, burgemeester van Hoogstraten: "In Hoogstraten zijn we blij met deze erkenning van de landschappelijke gaafheid van Wortel-Kolonie. In 2018 werd nog geoordeeld dat enkel de vrije Koloniën in Nederland als uniek beschouwd mochten worden. Maar we hebben veel inspanningen verricht om de situatie van de onvrije Koloniën als Wortel uit te klaren. Het stemt ons tevreden dat dit vruchten heeft afgeworpen en dat de nominatie van Wortel-Kolonie voor het statuut van Werelderfgoed is weerhouden."
Een definitief besluit van het UNESCO-Werelderfgoedcomité wordt in de zomer van 2020 verwacht vanuit Fuzhou (China).
Kathleen Helsen en Jan De Haes, gedeputeerden van de provincie Antwerpen en covoorzitters van Kempens Landschap: "Het ICOMOS-adviesrapport opent nieuwe perspectieven, maar we hebben nog een hele weg af te leggen. Kempens Landschap en de provincie Antwerpen zullen samen met het Vlaams Gewest en alle andere betrokken partijen alles in het werk stellen om een zo sterk mogelijk dossier voor te dragen dat een maximale kans biedt om het UNESCO-label te halen. In 1993 stonden de Koloniën van Wortel en Merksplas nog in de top-100-lijst van de meest bedreigde wereldmonumenten. Vandaag hebben we toch zicht op een erkenning als Werelderfgoed. Voor ons bevestigt dit dat we als provinciebestuur in 1997 een goede keuze hebben gemaakt om Kempens Landschap op te richten, precies om zulke waardevolle landschappen te kunnen behouden. Zowel voor Wortel- als Merksplas-Kolonie zullen we op de ingeslagen weg verdergaan."
(*) Vrije Koloniën huisvestten families in kleine hoeves. Onvrije Koloniën bestonden uit een centraal gesticht, omringd door grote hoeves waar duizenden kolonisten tewerk gesteld werden. Landlopers, bedelaars en ook weeskinderen werden al dan niet gedwongen opgenomen.
PERSCONTACTEN
Jan De Haes, N-VA, gedeputeerde van de provincie Antwerpen en covoorzitter van Kempens Landschap | pers: Faye Van Impe, M 0486 60 46 02, faye.vanimpe@provincieantwerpen.be
Kathleen Helsen, CD&V, gedeputeerde van de provincie Antwerpen en covoorzitter van Kempens Landschap | pers: Johny Geerinckx, M 0485 99 72 97, johny.geerinckx@provincieantwerpen.be
Marc Van Aperen, burgemeester Hoogstraten, M 0473 77 73 66, marc.vanaperen@hoogstraten.be
Frank Wilrycx, burgemeester Merksplas, M 0495 25 60 29, frank.wilrycx@telenet.be
Philippe De Backer, directeur Kempens Landschap, M 0478 44 83 86, philippe.debacker@kempenslandschap.be